Wandelen: tocht van 6,4 km door het Munsterbos in Bilzen (Bilzen) | Het Belang van Limburg

2022-08-27 00:38:10 By : Mr. Bruce Chen

In het bos, daar staat een huisje. Een kapel gewijd aan Sint-Amor meer bepaald. We gaan met valentijn op wandel in Bilzen, met een tocht van 6,4 km door het mooie Munsterbos. Waar ijsvogels en verzetshelden thuis zijn.

Of u valentijn nu aangrijpt om nogmaals uw liefde te betuigen of het allemaal maar commerciële ammehoela vindt: een tochtje wandelen met uw lief in het bos kan nooit kwaad, toch? In het Munsterbos in Munsterbilzen zijn er twee aangegeven routes. Een blauwe en een rode. Wij kiezen voor de blauwe tocht, want die passeert niet alleen langs een fraaie kapel, maar ook langs een uitkijktoren met een mooi uitzicht over water en riet. Maar het zijn de bomen die de hoofdrol opeisen.

De tocht begint alvast erg romantisch: in een parkje, waar je via een wit brugje de aangelegde vijvers oversteekt. Een scène die zo uit een of andere ouderwetse romcom kan komen. Via de Koekoekstraat gaat het dan naar het échte werk. Hier begint het Munsterbos. We steken een beek over. De vorige keer dat we hier gingen wandelen, scheerde er een ijsvogel over het water. Nu zien we een reiger neerstrijken in het open weiland rechts van ons.

Al snel zitten we midden in het loof. Mooi eikenbomen begeleiden onze tocht tot aan een splitsing, waar midden in een open plek een prachtig geknotte beuk staat. Daar tegenover staat een merkwaardige kapel. Gewijd aan Sint-Amor, een pelgrim die in Bilzen neerstreek als kluizenaar.

De kapel heeft de looks van een kleine burcht. Inclusief torentjes en zelfs enkele schietgaten. Ze werd in 1941 gebouwd op initiatief van de toenmalige burgemeester, met puin afkomstig uit legerbarakken en stenen van het gebombardeerde treinperron, lezen we op het informatiebordje. Door het groene hek met gaatjes piepen we naar binnen, waar een heleboel Mariabeeldjes bij elkaar staan opgesteld.

Het stuk dat volgt, is kaarsrecht. Rechts wijken de eiken voor een berkenbos. Dat moet in de herfst prachtig zijn als alle blaadjes geel kleuren. Even verderop nodigt aan de linkerkant van de weg een pad ons uit om de uitzichttoren te beklimmen. Die biedt een fraai overzicht over de ‘staatsvijvers’, een stukje van vijvergebied de Wijers. Er ligt een flinterdun laagje ijs op het water en de rietkragen vlammen knalgeel op in het winterse zonlicht.

De plaatselijke boswachter of natuurbeheerder heeft een vorm van humor die wel wel kunnen smaken. Aan de toren hangt een papier, met daarop de vraag: ‘Hé jij daar, waarom laat jij afval achter in de kijkhut?’, waarna een aantal opties volgen: 1: Ik ben een eikel. 2. Ik moet aan mijn imago denken. 3 Ik geef niet om een propere omgeving. 4: Meenemen naar huis is zo lastig. 5: Normaal ruimt mama het op. 6: Al het bovenstaande. Alle vakjes aangevinkt. Grappig, en het werkt: er ligt geen rommel als wij er langskomen. Mooi zo.

Aan het einde van de rechte weg kom je aan een hoog talud. De bordjes geven aan dat we naar rechts moeten gaan. Doen we ook, maar toch willen we even kijken wat er zich op dat talud bevindt. Zandvlaktes, zo blijkt, hier en daar bevolkt door naaldbomen. Wij blijven even op die hoogte wandelen en keren dan weer naar het pad terug. Waar nog een kapel staat, nu de weerstandskapel of ‘kapel van het geheime leger’.

Bouwjaar 1947, ter herinnering aan de slachtoffers van WO II. Op de plek waar zo’n 800-tal verzetslieden vroeger verzamelden. Er staan enkele zwart-witbeelden bij van de begrafenis van drie verzetsstrijders, die amper enkele dagen (op 5 en 7 september 1944) voor de bevrijding werden gefusilleerd. Jezus aan het kruis slaat zijn ogen droevig richting hemel, even verderop.

We zijn nu weer in meer open gebied en het water van verschillende beken en kanaaltjes duikt weer op. Geen ijsvogel deze keer. Maar de reiger staat nog altijd stokstijf op wacht in de wei.

Vlakke tocht door bos en weide, waterpartijen onderweg.

Blauwe ruit (6,4 km) of rode driehoek (9,7 km)