Minder dan een week na het debacle van Bahrein trekt wereldkampioen Max Verstappen richting Saudi-Arabië, voor de tweede race van het seizoen. Zijn Red Bull-team is er van overtuigd dat de auto van de Nederlander opnieuw helemaal in orde is, maar pas zondag zullen ze daar helemaal zeker van zijn.

De dubbele opgave van de Red Bull-wagens in de slotfase van de grote prijs van Bahrein zorgde dagenlang voor speculatie. Had het team van Max Verstappen een fout gemaakt? Was er iets fundamenteel mis met het ontwerp van de auto? Of lag de schuld bij iemand anders?

Die laatste theorie werd al heel vlug verkondigd door dr. Helmut Marko, de 78-jarige autosportverantwoordelijke van het Red Bull-concern. De Oostenrijker wees met een beschuldigende vinger richting de benzinepomp, die deels wordt gevormd door standaard onderdelen die door alle teams moeten worden gebruikt.

Zoals zo vaak had Marko het in al zijn haast bij het verkeerde eind. In de aanloop naar de race in Djedda raakte bekend dat er bij de wagens van Verstappen en Pérez iets schortte aan de benzinetoevoer, maar dat euvel werd wel veroorzaakt door onderdelen die Red Bull zelf had ontworpen. Om één of andere reden werden de laatste liters brandstof niet richting motor gestuurd, wat een opgave onvermijdelijk maakte.

Niet één, maar drie problemen

“Probleem gevonden, probleem opgelost”, klonk het optimistisch in een Red Bull-persbericht. Dat de hoge temperaturen in Bahrein allicht een rol hadden gespeeld, en dat het dit weekend in Saudi-Arabië zo mogelijk nog warmer wordt, daar werd weinig over gerept.

Bovendien was de brandstoftoevoer niet het enige euvel waarmee Verstappen bij de openingsrace te maken kreeg. Ook zijn stuurinrichting bezorgde hem kopzorgen, oververhitte remmen zo mogelijk nog meer.

Na de race in Bahrein bleek dat na een pitstop de ophanging werd beschadigd – de wagen zou te hard terug op het asfalt zijn gevallen – en dat had zijn gevolgen voor de stuurinrichting. Bij Red Bull hopen ze dat een versteviging van de ophanging een herhaling van dat fenomeen vermijdt.

Erger is het gesteld met de temperatuur van de remmen. “Tijdens de wintertests rijd je zelden lang vlak achter een andere wagen”, legt Verstappen uit. “Tijdens een race is dat uiteraard wel anders. Nadat ik drie ronden in het spoor van de Ferrari van Leclerc had gereden stonden mijn remmen zo goed als in brand en was ik verplicht om wat afstand te houden.”

De remtemperatuur onder controle houden is iets wat F1-teams bij zowat elke race moeten doen, maar gaat meestal ten koste van snelheid. Al is er ook een makkelijker alternatief. “Het probleem doet zich enkel voor bij het volgen van andere auto’s”, klinkt het bij Red Bull. “Niet als we helemaal vooraan rijden.” F1 kan soms eenvoudig zijn.

Wil jij toegang tot alle artikels van Het Nieuwsblad? Duik in onze plusartikels en lees er elke maand 3 naar keuze gratis.